Wormer

Wormer behoort tot de oudste plaatsen van de Zaanstreek. De plaats wordt in 1063 genoemd in een lijst van de abdij van Egmond als “Weremere”, maar is waarschijnlijk al veel ouder. Van de etymologie van de naam Wormer is zeker dat het tweede deel -mer de betekenis van “meer” (grote plas, of klein stilstaand water) heeft, vergelijkbaar in plaatsnamen als Purmer, Bijlmer en Schermer.[2] Het eerste deel Wor- komt waarschijnlijk van “were” of “wier” en betekent verhoging, dam of (water)wering, vergelijkbaar in plaatsnamen als Wieringen en Wieren.[3]
 
In 1280 weerstonden de inwoners van Wormer diverse aanvallen van de Friezen en West-Friezen. Hiervoor kregen de inwoners van Wormer door Floris V, graaf van Holland en Zeeland vrijstelling van het betalen van tol, in die tijd een belangrijk voorrecht. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog voltrok zich een belangrijk treffen tussen de Geuzen en Spaanse troepen in Wormer. Op 1e Pinksterdag 30 mei 1574 probeerden 1400 soldaten van de Spaanse troepen Wormer en Jisp te veroveren. Ze werden door de Geuzen, vrijbuiters en inwoners van beide dorpen verpletterend verslagen. Doordat vergelijkbare aanvallen op Ilpendam en Purmerend eveneens werden afgeslagen, was Waterland hierna voortaan vrij van Spaanse invloeden.
 
Wormer kende een tijd van grote bloei in 16e en 17e eeuw door de scheepsbeschuitbakkerij die toentertijd in dit dorp was gevestigd. Ruim 130 beschuitbakkers zorgden voor de bevoorrading van de vele schepen van de VOC en de walvisvaart vanuit Jisp en concurrent Amsterdam. De Wormerse Tweeback was zeer vermaard en werd zelfs genoemd in diverse toneelstukken van Bredero (“dat pas op enkaer als een paer Wormer tweebakken!”[bron?]). Daarnaast was Wormer, net als de rest van de Zaanstreek, een bedrijvig gebied met vooral veel stijfselmakerijen, traankokerijen en zeildoekweverijen. In totaal hebben in Wormer ooit minimaal 66 molens gestaan. Vandaag de dag is hiervan slechts 1 molen bewaard gebleven, namelijk molen ‘De Koker’. In 2018 is een nieuwe beschuittoren gebouwd in het dorp, als herdenking aan de tijd dat Wormer vele beschuitbakkers kende. Aan de Veerdijk langs de Zaan zijn onder andere rijstpellerijen gevestigd waarvan alleen Lassie nog bestaat. De voormalige rijstpellerijen en -pakhuizen zijn verbouwd tot kantoorruimten.